scopofilie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: scopofilie (hulp, bestand)
- IPA: / ˌskopofiˈli / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- sco·po·fi·lie
Woordherkomst en -opbouw
- gevormd uit Oudgrieks σκοπός (skopós) "toeschouwer" en φιλία (filía) "voorliefde", als leenvertaling van Duits Schaulust zoals die door Freud werd gebruikt
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | scopofilie | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de scopofilie v
- (psychologie) (seksualiteit) drang om naar handelingen en lichaamsdelen van een ander te kijken omdat die aan seks doen denken
- ▸ Nadat begrippen als spiegelfase, voyeurisme, scopofilie en fetisjisme de discussie over film tien jaar lang hebben beheerst, jaren waarin filmwetenschappers uitputtend discussieerden over de ‘mannelijke blik’ en zich afvroegen waarom vrouwen nog met plezier naar de film gingen als ze daarin toch uitsluitend het object van die blik konden zijn, begint Zižek ergens anders.[1]
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord 'scopofilie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Thomas ElsaesserUnder Western Eyes : Slavoj Žižek, Alfred Hitchcock en de film noir in: De Gids., jrg. 158 nr. 4 (april 1995), Meulenhoff, Amsterdam, p. 267