schuilgaan
- Geluid: schuilgaan (hulp, bestand)
- IPA: /'sxœylxan/
- schuil·gaan
- In de betekenis van ‘zich verschuilen’ voor het eerst aangetroffen in 1710 [1]
- samenstelling van schuil en gaan ww [2]
schuilgaan [3]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
schuilgaan |
ging schuil |
schuilgegaan |
klasse 7 | volledig |
- verborgen zijn, onzichtbaar zijn, zich verschuilen
- Darvas wijst er wel op dat er achter het Europese gemiddelde grote verschillen schuilgaan tussen de lidstaten. [4]
- We kunnen heel veel met big data. Analyses ervan helpen bijvoorbeeld bij het genezen van mensen, wat natuurlijk fantastisch is. Maar vaak zitten algoritmen in een black box en weten we niet welke vooringenomenheden erachter schuilgaan. [5]
- Het woord schuilgaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "schuilgaan" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[6] |
- ↑ "schuilgaan" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ schuilgaan op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Standaard 02/oktober/2017 door Johan Rasking
- ↑ Tubantia Mirjam Streefkerk 20-oktober-2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be