schrijfboek
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: schrijfboek (hulp, bestand)
Woordafbreking
- schrijf·boek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schrijfboek | schrijfboeken |
verkleinwoord | schrijfboekje | schrijfboekjes |
Zelfstandig naamwoord
het schrijfboek o
- boek waarin men kan schrijven
- ▸ Ze bracht dan een presentje voor me mee, een cd of een gebonden schrijfboek, en was zo lief tegen me dat de omstanders, uiteraard volledig op de hoogte van onze crisis, voorbarig concludeerden dat we het hadden bijgelegd.[3]
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord schrijfboek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ schrijfboek op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Tonio : een requiemroman” (2011), De Bezige Bij , ISBN 9789023467014