schreeuwend
- Geluid: schreeuwend (hulp, bestand)
- IPA: / ˈsxrewənt / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈsrɪːwənt/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈsxrewənt/
- schreeu·wend
- schreeuwen ww met de uitgang -d
vervoeging van: | schreeuwen |
verbogen vorm: | schreeuwende |
schreeuwend
- onvoltooid deelwoord van schreeuwen
- bijwoordelijk gebruikt terwijl men schreeuwt
- Al schreeuwende kwam hij in volle vaart de heuvel afgerend.
- attributief gebruikt
- De om hulp schreeuwende man werd uit zijn benarde positie verlost.
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | schreeuwend | schreeuwender | schreeuwendst |
verbogen | schreeuwende | schreeuwendere | schreeuwendste |
partitief | schreeuwends | schreeuwenders | - |
schreeuwend
- heel hard roepend
- Hard schreeuwende buren zijn een bron van ergernis.
- (figuurlijk) al te zeer opvallend, in te hoge mate
- Er was een schreeuwend tekort aan geld.
- Skikleding uitgevoerd in schreeuwende kleuren is niet meer in de mode.
- ▸ Luidkeels schreeuwend en wild zwaaiend met mijn armen hoopte ik de mensen voor me te doen stoppen, maar ze waren te ver vooruit en zagen me niet.[1]
- Het woord schreeuwend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "schreeuwend" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be