schraapachtig
- schraap·ach·tig
- Naamwoord van handeling van schrapen met het achtervoegsel -achtig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | schraapachtig | schraapachtiger | schraapachtigst |
verbogen | schraapachtige | schraapachtigere | schraapachtigste |
partitief | schraapachtigs | schraapachtigers | - |
schraapachtig
- geneigd zijn tot schrapen
- De schraapachtige man wilde aan niemand iets geven.
- Het woord schraapachtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.