Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • schors·vlieg
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schorsvlieg schorsvliegen
verkleinwoord schorsvliegje schorsvliegjes

Zelfstandig naamwoord

de schorsvliegv / m

  1. (tweevleugeligen) Mesembrina meridiana   een vliegensoort uit de familie van de echte vliegen (Muscidae  ). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1758 door Linnaeus. De schorsvlieg is een vrij grote, glanzend zwarte vlieg met opvallend goudgele vlekken tussen de ogen
Hyperoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie