schoonheidsideaal

 
1. In de jaren 50 van de 20e eeuw gold Marilyn Monroe   als een schoonheidsideaal.
  • schoon·heids·ide·aal
enkelvoud meervoud
naamwoord schoonheidsideaal schoonheidsidealen
verkleinwoord schoonheidsideaaltje schoonheidsideaaltjes

het schoonheidsideaalo

  1. opvatting over of voorbeeld van wat het allermooist is; vaak met betrekking tot het uiterlijk van vrouwen
     ' `Heel mooi, zeker,' zei Albert, 'maar ik beken dat mijn schoonheidsideaal vraagt om iets zachters, iets lieflijkers, kortom: iets vrouwelijkers.[2]
     Al het voorgaande leidt tot schilderijen van een eerder beperkt koloriet, soms in olieverf, maar meestal in acryl, dat hem toelaat om sneller te werken. Esthetisch, in de zin van het klassieke schoonheidsideaal verbeeldend, kun je ze veelal niet noemen.[3]
  2. (kunst) opvatting dat kunst vooral mooi moet zijn
     De manifesten van Constant over de nieuwe schilderkunst en van Kouwenaar over de nieuwe poëzie in Reflex zien de Tweede Wereldoorlog als de definitieve crisis van het westerse kapitalisme, dat fundamenteel getekend was door een dualisme tussen kapitaal en arbeid, stof en geest, schoonheidsideaal en expressiebehoefte.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. De graaf van Monte-Cristo”   (2007), L.J. Veen  , ISBN 9789020413021
  3.   Weblink bron
    Patrick Auwelaert
    In en om de kunst : Beeldende kunst : Een wijdvertakte familie : Over Gery De Smet in: Vlaanderen., jrg. 53 nr. 302 (september 2004), Christelijk Vlaams Kunstenaarsverbond, Tielt, p. 256
  4.   Weblink bron
    Hugo Brems
    “Altijd weer vogels die nesten beginnen. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1945-2005.”, 5e druk (2016), Bert Bakker, Amsterdam, ISBN 9789035141018, p. 141/142