• school·tijd
enkelvoud meervoud
naamwoord schooltijd schooltijden
verkleinwoord schooltijdje schooltijdjes

de schooltijdm

  1. De levensfase dat men naar school gaat.
  2. De tijden van de dag dat men naar school gaat.
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be