• schoe·piet
  • Gevormd van de naam van Albert Schoep (1881-1966), mineraloog aan de Universiteit van Gent, met het achtervoegsel -iet
enkelvoud meervoud
naamwoord schoepiet -
verkleinwoord - -

het schoepieto

  1. (scheikunde), (mineraal) een mineraal met de chemische formule (UO2)8O2(OH)12·12H2O
    • Het mineraal schoepiet komt vooral voor in het zuiden van Congo.