Schipdeur van het droogdok Jan Blanken in Hellvoetsluis
  • schip·deur
enkelvoud meervoud
naamwoord schipdeur schipdeuren
verkleinwoord schipdeurtje schipdeurtjes

de schipdeurv / m

  1. (scheepvaart), (waterbeheer), (techniek) de afsluiting van een gegraven droogdok waarbij gebruik wordt gemaakt van een caisson of schip dat voor de ingang wordt gesleept en afgezonken
    • De schipdeur van dok 2 in Willemsoord is gerestaureerd.