schimmelen
- Geluid: schimmelen (hulp, bestand)
- schim·me·len
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
schimmelen |
schimmelde |
geschimmeld |
zwak -d | volledig |
- onovergankelijk met schimmel bedekt raken, beschimmelen
- Het woord schimmelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "schimmelen" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.