schietmotten
- (IPA in voorbereiding)
- schiet·mot·ten
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schietmotten | |
verkleinwoord |
de schietmotten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord schietmot
- meervoudsvorm als officiële benaming (insecten) een orde Trichoptera van gevleugelde insecten die behoren tot de zich verpoppende insecten (Endopterygota ). De larven worden kokerjuffers genoemd. Schietmotten hebben een onopvallende kleur en lijken wat betreft lichaamsbouw op nachtvlinders. De vleugels zijn echter niet beschubd zoals bij vlinders, maar behaard. Alle soorten schietmotten vouwen hun vleugels in rust achterwaarts dakvormig over het achterlijf. De meeste soorten bereiken een lichaamslengte van enkele millimeters tot een centimeter. De grootste soorten worden iets meer dan twee centimeter lang. Van de ruim 13.570 bekende soorten schietmotten komen er 1271 in Europa voor, waarvan ongeveer 230 in de Benelux. In veel landen is het onderzoek naar schietmotten niet zo gespecialiseerd als in delen van westelijk Europa
- [2] insecten, zespotigen, geleedpotigen, dieren
- [2] zie de categorie: Schietmotten in het Nederlands
- Het woord schietmotten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.