Nederlands

 
schetsboek
Uitspraak
Woordafbreking
  • schets·boek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schetsboek schetsboeken
verkleinwoord schetsboekje schetsboekjes

Zelfstandig naamwoord

schetsboek [1]

  1. boek of schrift met blanco vellen papier, dat geschikt is voor het maken van tekeningen
    • Doe mee aan de lezersactie ‘In de voetsporen van de dominee (Craandijk)’. Ga met schetsboek en (kleur)potloden op stap in Hof van Twente. Verken tussen 1 juli en 3 september 2017 de fiets- en wandelroute ‘Heerlijck Zicht’(16 km.) en leg uw mooiste indrukken vast. [2] 
  2. boek met schetsen
    • Zo had Rembrandt van Rijn een schetsboek en diverse tekeningen van hem en barokgrootmeester Peter Paul Rubens zelfs zeventien schilderijen. In de uitgebreide collectie van Rubens was Brouwer de best vertegenwoordigde kunstenaar. [3] 
    • In Parijs is dinsdag een onbekend schetsboek van Vincent van Gogh gepresenteerd. „Imitatie”, oordeelt het Van Gogh Museum. De ontdekker is niet onder de indruk. „De expertise van het museum vertoont echt gebreken.” [4] 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Tubantia Dolf Ruesink 03-juli-2017
  3. de Standaard MAANDAG 11 SEPTEMBER 2017
  4. NRC Arjen Ribbens 16 november 2016