schendig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- schen·dig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | schendig | schendiger | schendigst |
verbogen | schendige | schendigere | schendigste |
partitief | schendigs | schendigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
schendig [1]
- een beschadiging van de goede naam veroorzakend
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord schendig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "schendig" herkend door:
56 % | van de Nederlanders; |
48 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be