scheepsanker
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- scheeps·an·ker
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van schip zn en anker zn met het invoegsel -s- met klankverandering i - ee (IPA: /ɪ/ -/e/)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | scheepsanker | scheepsankers |
verkleinwoord | scheepsankertje | scheepsankertjes |
Zelfstandig naamwoord
het scheepsanker o
- (scheepvaart) onderdeel van een vaartuig dat overboord wordt geworpen om dit vaartuig vast te leggen waar niet aangemeerd kan worden
Gangbaarheid
- Het woord 'scheepsanker' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.