schatplichtig
- schat·plich·tig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | schatplichtig | schatplichtiger | schatplichtigst |
verbogen | schatplichtige | schatplichtigere | schatplichtigste |
partitief | schatplichtigs | schatplichtigers | - |
schatplichtig
- ~ zijn aan: iets als inspiratiebron hebben en daarom daaraan dank verschuldigd zijn
- Muzikaal is de band schatplichtig aan Britse punkbands.
- In zijn verhalen gebruikt hij aan de christelijke traditie schatplichtige elementen.
- (geschiedenis), (politiek) als staat verplicht zijnde om aan een andere staat schatting te betalen
- Vaak dwong men zijn buren vaak eerst schatplichtig te worden, daarna volgde vazalschap of regelrechte annexatie.
1.
- Het woord schatplichtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "schatplichtig" herkend door:
80 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be