schabbig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- schab·big
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | schabbig | schabbiger | schabbigst |
verbogen | schabbige | schabbigere | schabbigste |
partitief | schabbigs | schabbigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
schabbig [1]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord schabbig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "schabbig" herkend door:
16 % | van de Nederlanders; |
30 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be