schaapsvacht
- schaaps·vacht
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schaapsvacht | schaapsvachten |
verkleinwoord | - | - |
- (zoötomie) de vacht van een schaap
1.
- Het woord schaapsvacht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schaapsvacht | schaapsvachten |
verkleinwoord | - | - |