• sce·nisch
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen scenisch scenischer
verbogen scenische scenischere
partitief scenisch scenischers -

scenisch [1]

  1. betrekking hebbend op het toneelmatige van een (muziek of dans)uitvoering
     Bij een stuk dat uit vier complexe opera's bestaat, samen goed voor bijna veertien uur aan muziek als de dirigent Haenchen heet (of ruim vijftien, als hij de naam Furtwängler, Knappertsbusch of Levine draagt), is er altijd wel íets dat de feestvreugde tempert. Een halfbakken of doorgeslagen scenisch concept bijvoorbeeld, een zanger met de hik, of erger: een nietszeggende dirigent.[2]
     Opera Porgy and Bess door de Nationale Opera wordt nergens scenisch spannend of opwindend.[3]
     Het KCO speelde prachtig, daarover bijzonder weinig klachten (of het moest over het opeens merkwaardig rommelige slot zijn). Maar het was de regie van Olivier Py die op een intrigerende manier de plank volledig missloeg, door een op zichzelf fantastisch en bij vlagen briljant scènisch concept te bedenken dat in zijn steriele kunstmatigheid niet vérder bij de dromerige muzikale sluimeringen van Debussy vandaan kon staan.[4]


54 % van de Nederlanders;
62 % van de Vlamingen.[5]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Erik Voermans
    “'Der Ring des Nibelungen' is veertien uur durend operawonder (****)” (6 februari 2014), Het Parool
  3.   Weblink bron
    Erik Voermans
    “Een Porgy and Bess met de geur van 50 jaar geleden” (17 januari 2019), Het Parool
  4.   Weblink bron
    Erik Voermans
    “Deze Debussy blijft een precair stuk” (7 juni 2019), Het Parool
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be