• sau·ve·gar·de
enkelvoud meervoud
naamwoord sauvegarde sauvegardes
verkleinwoord sauvegardetje sauvegardetjes

de sauvegardev / m

  1. document waarmee een bepaalde groep mensen of instellingen door een hoge autoriteit zoals de koning, werd gevrijwaard van plundering of brandschatting


vervoeging van
sauvegarder

sauvegarde

  1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van sauvegarder
  2. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van sauvegarder
  3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van sauvegarder