sauvegarde
- Geluid: sauvegarde (hulp, bestand)
- sau·ve·gar·de
- samenstelling van sauve en garde [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sauvegarde | sauvegardes |
verkleinwoord | sauvegardetje | sauvegardetjes |
- document waarmee een bepaalde groep mensen of instellingen door een hoge autoriteit zoals de koning, werd gevrijwaard van plundering of brandschatting
- Het woord 'sauvegarde' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
vervoeging van |
---|
sauvegarder |
sauvegarde
- eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van sauvegarder
- eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van sauvegarder
- tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van sauvegarder