• sau·ve·gar·des

de sauvegardesmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord sauvegarde


vervoeging van
sauvegarder

sauvegardes

  1. tweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van sauvegarder
  2. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van sauvegarder