sarrig

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  sarrig    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• sar·rig

Woordherkomst en -opbouw

• naamwoord van handeling van sarren met het achtervoegsel -ig

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	sarrig	sarriger	sarrigst
verbogen	sarrige	sarrigere	sarrigste
partitief	sarrigs	sarrigers	-

Bijvoeglijk naamwoord

sarrig

1. op een plagende manier

Synoniemen

• plagerig, pesterig, plaagziek, tergend

Gangbaarheid

• Het woord sarrig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sarrig" herkend door:

52 %	van de Nederlanders;
43 %	van de Vlamingen.