sappe
- sap·pe
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sappe | sappen |
verkleinwoord | - | - |
- (militair) (geschiedenis) in de grond uitgegraven en afgeschermd pad waarlangs aanvallers zich kunnen verplaatsen zonder een eenvoudig doelwit voor de tegenstander te zijn
- ⧖ In eene order uit het kampement voor Bondjol, gedateerd den 9den Juli 1837, gaf generaal Cochius het bevel, dat voor den zuidwestelijken hoek, en op circa 80 passen van Bondjol, eene borstwering zou worden aangelegd en dat van uit die borstwering met de gezwinde sappe naar den hoek van Bondjol zou worden gechemineerd. [3]
- gezwinde sappesnel aangelegde loopgraaf
- overdekte sappeloopgraaf die ook van boven helemaal is afgeschermd
- vliegende sappesnel met behulp van schanskorven aangelegde loopgraaf
- volle sappegeleidelijk en zorgvuldig uitgegraven loopgraaf
- Het woord sappe staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sappe" herkend door:
8 % | van de Nederlanders; |
12 % | van de Vlamingen.[4] |
- Landolt, H.M.F."Sappen." in: Militair woordenboek (deel 2). (1862) A.W. Sijthoff, Leiden; pp. 153-155; geraadpleegd 2019-09-06
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ sappe op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Huber, M.C.U."Geen daden, maar woorden!" in: De Tijdspiegel. jrg. 34 deel 1 (1877) D.A. Thieme, Den Haag; p. 460; geraadpleegd 2019-09-06
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be