sandek
- san·dek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sandek | sandeks sandokem |
verkleinwoord |
- (Jiddisch-Hebreeuws) degene die het kind bij besnijdenis op de knieën houdt
- Hebreeuws: sandak
- Het woord 'sandek' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.