samowar
  • sa·mo·war
enkelvoud meervoud
naamwoord samowar samowars
verkleinwoord

de samowarm

  1. (huishouden) apparaat waarmee men thee kan zetten
     En verdomd: de oven, de samowar – ze werden een eeuw geleden al door Chagall vereeuwigd in tekeningen.[2]
25 % van de Nederlanders;
23 % van de Vlamingen.[3]
  1. samowar op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron
    Han Lips
    “De serie over Chagall ging binnen 5 minuten over Jeroen Krabbé” (18 maart 2020), Het Parool
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be