• sa·mo·vaar

samovaar

  1. verouderde spelling of vorm van samowar tot 1996
     Laat me dan een samovaar brengen. We zullen wachten; er zit niet anders op.[1]
  1.   Weblink bron
    Iwan Toergienef (vert. Annie de Graaff)
    Peter Petrowietsj Karataef. in: De Hollandsche Lelie., jrg. 25 nr. 6 (9 augustus 1911), L.J. Veen, Amsterdam, p. 86