samenklinken
- sa·men·klin·ken
- samenstelling van samen en klinken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
samenklinken |
klonk samen |
samengeklonken |
klasse 3 | volledig |
- (muziek) onovergankelijk harmoniëren
- (werktuigbouwkunde) overgankelijk door klinken aan elkaar hechten
- Het woord samenklinken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.