Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Saloeki


 
1. saloeki
  • sa·loe·ki
enkelvoud meervoud
naamwoord saloeki saloeki's
verkleinwoord - -

de saloekim

  1. hond behorend tot een ras van jachthonden dat uit Perzië afkomstig is
    • Ik moet nog een hond hebben, een saloeki, maar ik moet hem niet uit de kennel hebben. Hij moet echt bij de maharadja vandaan komen. In zijn paleis gebeurt met de saloeki alles, zoals het altijd geweest is. Een saloeki hoort bij zo'n paleis als een hofnar. Ik wil in mijn paleis ook een hofnar… [1]
    • En wat wist men hier een dertig jaar terug van Alsatians, wat veel later nog van Afghaansche honden van Sloeki's en Saloeki's en hoe kort te voren hoorde men hier voor het eerst van Scandinaafsche Elkhounds of Eskimo honden? [2]
10 % van de Nederlanders;
14 % van de Vlamingen.[3]