Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • sai·ga
enkelvoud meervoud
naamwoord saiga saiga's
verkleinwoord saigaatje saigaatjes

Zelfstandig naamwoord

saiga

  1. (evenhoevigen) Saiga tatarica   een bedreigd evenhoevig zoogdier dat voorkomt op de steppen van Centraal-Azië   en het zuiden van Rusland. De saiga valt op door zijn sterk opgezwollen snuit, die doet denken aan een slurfje. Saiga's kwamen tot in de 18e eeuw voor in Oekraïne en stierven in China in de jaren 60 van de twintigste eeuw uit. Er worden doorgaans twee ondersoorten onderscheiden, de Russische saiga (Saiga tatarica tatarica  ) en de Mongoolse saiga (Saiga tatarica mongolica  )
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen


Gangbaarheid

Meer informatie