Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • ru·we bies
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ruwe bies ruwe biezen
verkleinwoord ruw biesje ruwe biesjes

Zelfstandig naamwoord

de ruwe biesv / m

  1. (bloemplanten) Schoenoplectus tabernaemontani   een vaste plant, die behoort tot de cypergrassenfamilie (Cyperaceae  ). De plant komt van nature voor in Eurazië. De ruwe bies was tot in de negentiende eeuw een belangrijk exportgewas, dat naast de mattenbies werd geteeld ten behoeve van stoelzittingen
Hyperoniemen


Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen