• ro·y·e·ment
enkelvoud meervoud
naamwoord royement royementen
verkleinwoord

het royemento

  1. schrapping van de ledenlijst
    • Wilderink werd in het verleden meermaals op zijn omgangsvormen gewezen die volgens het bestuur niet bij de vereniging passen. Het royement toentertijd was een bestuursbesluit dat toenmalig voorzitter Gerrit Sloot zo zwaar op de maag lag dat die besloot zijn voorzitterschap te beëindigen. [3] 
    • Ook zette Baudet recent twee prominente leden uit de partij omdat ze volgens hem het FvD 'wilden kapen'. Teunissen spreekt over een 'bizar' royement, mede omdat de 'opbouwende kritiek' van het duo altijd intern is gebleven. Ook vindt ze het onbegrijpelijk dat Baudet heeft gedreigd iedereen te royeren die de roep om democratisering steunt. [4] 
    • Aanvankelijk vreesde hij zelfs een royement als lid van de VVD. Maar na een gesprek met lijsttrekker Benno Brand zijn de scherpste kantjes eraf en kan Jan Haarhuis weer opgelucht adem halen. [5] 
84 % van de Nederlanders;
23 % van de Vlamingen.[6]