Nederlands

 
rotsspleet
Uitspraak
Woordafbreking
  • rots·spleet
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rotsspleet rotsspleten
verkleinwoord rotsspleetje rotsspleetjes

Zelfstandig naamwoord

de rotsspleetv / m

  1. nauwe kloof in een rots
     De guardia civil had het levenloze lichaam van een jongeman gevonden in een rotsspleet.[2]
     Gisteren kwamen vier Italiaanse bergbeklimmers om het leven in het noorden van Italië. Zij waren in een rotsspleet gevallen.[3]
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Tonio : een requiemroman” (2011), De Bezige Bij  , ISBN 9789023467014
  3.   Weblink bron “Nederlander verongelukt in Italië” (01-09-2014), NOS