Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • rots·mo·ko
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rotsmoko rotsmoko's
verkleinwoord rotsmokootje rotsmokootjes

Zelfstandig naamwoord

rotsmoko

  1. (knaagdieren) Kerodon rupestris   knaagdier uit de familie van de cavia-achtigen (Caviidae). De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst geldig gepubliceerd door F. Cuvier in 1825
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie