Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • rots·kle·ver
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rotsklever rotsklevers
verkleinwoord rotsklevertje rotsklevertjes

Zelfstandig naamwoord

de rotskleverm

  1. (zangvogels) Sitta neumayer   een oscine zangvogel die broedt in Zuidoost-Europa en West-Azië tot in Iran. Dieper in Azië komt een tweelingsoort voor, de grote rotsklever (Sitta tephronota). Deze vogels komen voor in leefgebieden met veel kale rotsen, speciaal in bergachtige gebieden
Hyperoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie