Nederlands

Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • ros·se gras·zan·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rosse graszanger rosse graszangers
verkleinwoord ros graszangertje rosse graszangertjes

Zelfstandig naamwoord

de rosse graszangerm

  1. (zangvogels) Cisticola rufus   een vogel uit de familie Cisticolidae  , een recent afgesplitste familie binnen de zangers van de Oude Wereld. Deze soort komt voor in westelijk en centraal Afrika, met name van Gambia tot het Tsjaadmeer   en de Centraal-Afrikaanse Republiek
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie