Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rook·hol
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rookhol rookholen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het rookholo

  1. ruimte waar je mag roken
    • Een goed rookbeleid betekent overigens niet een totaal rookverbod. De werkgever mag aparte rookruimtes instellen. Sommige bedrijven staan hun werknemers alleen toe buiten de deur te roken - liefst uit het zicht van de hoofdingang. Andere wijzen aparte ruimtes aan als rookhol, of laten een hokje plaatsen op het bedrijfsterrein. [2] 
    • Er is geen ventilatie. Er is geen uitzicht. Er is een chef die per e-mail laat weten dat jassen aan de KAPSTOK dienen te hangen EN NIET OVER DE STOELEN, willen jullie ze NU ONMIDDELLIJK opruimen! Schreeuw niet zo, mailen de jongens terug. Ze kunnen afreageren op de flipperkasten in een rookhol zonder ramen, beneden, terwijl boven de klok doortikt. [3] 
    • Toen het totale rookverbod van kracht werd, verwachtte ik dat er al gauw illegale rookholen zouden komen, zoals in Amerika in de jaren twintig de speak-easies na de totale drooglegging. Ik voelde wel iets voor zulke onderkomens, alleen toegankelijk voor mensen boven de zestig, en met muziek van Bill Haley, Little Richard en Elvis Presley. We hebben hier wel de zuipketen voor de jeugd, maar van rookholen is het nog niet gekomen. [4] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
80 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Reformatorisch Dagblad 18-07-2003 Meeroken in de bedrijfskantine
  3. De Standaard 17/03/2000 om 00:00 door Jannetje Koelewijn PORTRET. Het ijzeren imago van Nina Brink
  4. NRC S. Montag 22 november 2008 Rookhol
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be