roodvis
- rood·vis
- samenstelling van rood bn en vis zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | roodvis | roodvissen |
verkleinwoord | roodvisje | roodvisjes |
de roodvis m
- (straalvinnigen) bepaald soort vis die leeft in de Atlantische Oceaan, Lutjanus campechanus , een snapper uit de familie Lutjanidae , onderorde van de baarsvissen
- ▸ Harry maakte de speer weer in orde en ving een grote roodvis.[1]
1. bepaald soort vis die leeft in de Atlantische Oceaan, Lutjanus campechanus
- Het woord 'roodvis' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron Richard PowellBarracuda in: De Telegraaf , jrg. 57 nr. 20802 (15 juli 1954), Dagblad de Telegraaf, Amsterdam, p. 2 kol. 4