roodkeelhoningzuiger

Nederlands

 
roodkeelhoningzuiger (boven) met bruinkeelhoningzuiger
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • rood·keel·ho·ning·zui·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord roodkeelhoningzuiger roodkeelhoningzuigers
verkleinwoord roodkeelhoningzuigertje roodkeelhoningzuigertjes

Zelfstandig naamwoord

de roodkeelhoningzuigerm

  1. (zangvogels) Anthreptes rhodolaemus   een soort honingzuiger. De roodkeelhoningzuiger komt voor in, of aan de randen van, primair regenwoud in de Indische Archipel. Zoals andere honingzuigers voeden ze zich hoofdzakelijk op nectar
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie