roodborsttapuit

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  roodborsttapuit    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• rood·borst·ta·puit

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  roodborst  en  tapuit 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	roodborsttapuit	roodborsttapuiten
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de roodborsttapuit m

1. (zangvogels) Saxicola rubicola  kleine lijster met zwarte kop en rode borst, die in heidevelden en graslanden broedt

Hyperoniemen

• vliegenvangers, zangvogels, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren

Verwante begrippen

• Afrikaanse roodborsttapuit, Aziatische roodborsttapuit, Canarische roodborsttapuit, madagaskarroodborsttapuit, réunionroodborsttapuit, Stejnegers roodborsttapuit, witstaartroodborsttapuit, zwarte roodborsttapuit

Afgeleide begrippen

• roodborsttapuittiran

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

• Het woord roodborsttapuit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.