roodbandkoet

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  roodbandkoet    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• rood·band·koet

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende samenstelling van  rood bn,   band zn  en  koet zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	roodbandkoet	roodbandkoeten
verkleinwoord	roodbandkoetje	roodbandkoetjes

Zelfstandig naamwoord

de roodbandkoet m

1. (kraanvogelachtigen) Fulica armillata  een vogel uit de familie van de rallen en het geslacht koeten (Fulica). Deze soort komt voor in Argentinië, zuidelijk Brazilië, Chili, Paraguay en Uruguay. De grootte van de populatie wordt geschat op één miljoen volwassen vogels. Op de rode lijst van de IUCN heeft deze soort de status niet bedreigd

Hyperoniemen

• koeten, rallen, kraanvogelachtigen, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren

Gangbaarheid

• Het woord 'roodbandkoet' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.