• (IPA in voorbereiding)
  • rood bos·vo·gel·tje
enkelvoud meervoud
naamwoord
verkleinwoord rood bosvogeltje rode bosvogeltjes

het rood bosvogeltjeo dim. tant.

  1. (vogels) rood vogeltje dat in het bos leeft
  2. (bloemplanten) Cephalanthera rubra   een vaste plant, die behoort tot de orchideeënfamilie