rommelaar
- rom·me·laar
- Naamwoord van handeling van rommelen met het achtervoegsel -aar[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rommelaar | rommelaars |
verkleinwoord |
de rommelaar m
- iemand die iets op een slordige manier doet
- In de slotfase, met drie verse spelers (Ruud Vormer, Omar Elabdellaoui, Anass Achahbar), trachtte Feyenoord puur op karakter de gelijkmaker nog te forceren. Die viel in de extra tijd verdiend en kwam op naam van de kleine rommelaar Achahbar die met een tik achter zijn standbeen de Kuip liet ontploffen: 2-2. [2]
- Siem de Jong kon tijdens de bekerfinale zijn directe tegenstanders Peter Wisgerhof en Douglas niet verontrusten. Beide lange verdedigers hadden het lastiger met rommelaar Dario Cvitanich, die al zo vaak is afgeschreven. Nu El Hamdaoui zondag niet in actie komt, moet hij het nu al tumultueuze jaarboek van Ajax maar bizar afsluiten. [3]
- kleine, niet helemaal eerlijke handelaar
- Directeur Pim G. (43) van de failliete occasionhandel Auto Garant in Enschede mag vanaf vandaag veertien dagen thuis zijn administratie nalopen. De rechtbank schorste gisteren zijn verblijf in de cel, zodat de verdachte rommelaar in auto’s buiten de cel zijn transacties kan checken. [4]
- [2] sjacheraar, scharrelaar
2. oneerlijke handelaar
- Het woord rommelaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rommelaar" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 23-08-12 Kuip ontploft na weergaloze gelijkmaker Achahbar voor Feyenoord in extra tijd
- ↑ Tubantia 12-05-11 El Hamdaoui en De Boer, het lukte niet
- ↑ Tubantia 12-09-06 Pim G. mag nu ‘huiswerk’ maken
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be