rolpens
- rol·pens
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rolpens | rolpensen |
verkleinwoord | rolpensje | rolpensjes |
- (voeding) een traditioneel soort lichtzurige worst
- ▸ De recepten in haar Zomer- en Winterboekje zijn ook nu nog makkelijk na te koken, al herkennen we niet meer alle gerechten. Schotels als plukvisch, rolpens, panharing en drie-in-de-pan zullen niet iedereen meer iets zeggen.[2]
- ▸ Betuws dialect leren spreken, biestpannenkoek proeven en rolpens eten. Dat waren de ingrediënten voor een cursus inburgeren donderdagavond in het Betuwse Neerijnen.[3]
1. een traditioneel soort lichtzurige worst
- Het woord rolpens staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rolpens" herkend door:
67 % | van de Nederlanders; |
52 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Zo houd je culinair Nederlands erfgoed in ere” (05-10-2019), Tubantia
- ↑ Weblink bron Janita ten Voorde“Inburgeren met biestpannenkoek en rolpens” (03-03-2006), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be