Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • roest·staart·gors
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord roeststaartgors roeststaartgorzen
verkleinwoord roeststaartgorsje roeststaartgorsjes

Zelfstandig naamwoord

de roeststaartgorsv / m

  1. (zangvogels) Peucaea ruficauda   een vogelsoort uit de familie emberizidae. Deze soort komt voornamelijk voor van het zuiden van Mexico tot het noorden van Costa Rica (dus een groot deel van Centraal-Amerika) en telt vijf ondersoorten
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie