rijten
- rij·ten
- In de betekenis van ‘scheuren’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1477 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
rijten |
reet |
gereten |
klasse 1 | volledig |
rijten
- overgankelijk met een scheurende beweging uit elkaar trekken
- Vijf mensen zijn zondag in het noordoosten van Engeland gewond geraakt, toen het dak van een dubbeldekker werd gereten toen de bus een spoorbrug raakte.
- in stukken rijten: in stukken scheuren
- ▸ 'Daar stonden ze, helm aan helm, geweer aan geweer, als in steen gehouwen. Ik werd met trots vervuld dat ik het bevel mocht voeren over een handvol mannen die mogelijk in stukken konden worden gereten maar zich niet lieten overwinnen. Op dit soort momenten triomfeert de menselijke geest over de enorme kracht van de materie.[2]
1. met een scheurende beweging uit elkaar trekken
de rijten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord rijt
- Het woord rijten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rijten" herkend door:
71 % | van de Nederlanders; |
76 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "rijten" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044625691
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be