Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rijks·we·ge
Woordherkomst en -opbouw
  • samenstelling van  rijk zn "nationale overheid"  en  weg zn "richting"  met het invoegsel -s- [1]
    Eigenlijk is "rijks" de genitief van "rijk" en "wege" de datief van "weg" is, opgeroepen door het voorzetsel van, waarmee dit woord een altijd vaste verbinding vormt.

Zelfstandig naamwoord

rijkswege

  1. (verouderd) de kant van de overheid (alleen in de vaste verbinding van rijkswege)
    • Ook wordt bekeken hoe de kosten verder verlaagd kunnen worden. Zo hoopt het openbaar onderwijs de komende jaren de bezuinigingen van rijkswege het hoofd te kunnen bieden. [2] 
Typische woordcombinaties

Gangbaarheid

89 % van de Nederlanders;
74 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen