rietsnuitmot
- (IPA in voorbereiding)
- riet·snuit·mot
- samenstelling van riet zn en snuitmot zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rietsnuitmot | rietsnuitmotten |
verkleinwoord | rietsnuitmotje | rietsnuitmotjes |
- (vlinders) Schoenobius gigantella een vlinder uit de familie grasmotten (Crambidae). De naam verwijst naar de enorme palpen. De soort kent seksueel dimorfisme. Het mannetje heeft een spanwijdte van tussen de 25 en 30 millimeter. Het wijfje heeft een spanwijdte van tussen de 41 en 46 millimeter. Het mannetje is bovendien donkerder van kleur en heeft relatief bredere vleugels. Opvallend bij zowel het mannetje als het wijfje zijn de lange palpen. De soort overwintert als rups
- Het woord 'rietsnuitmot' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.