Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Ridderzaal


Nederlands

 
1. Overzicht van de ridderzaal van kasteel Horn  .
Uitspraak
Woordafbreking
  • rid·der·zaal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ridderzaal ridderzalen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de ridderzaalv / m

  1. (bouwkunde) grote zaal in een kasteel, die kon dienen als plaats waar een leenheer met zijn vazallen samenkwam
     Het bal wordt gehouden in kasteel Ammersoyen, een middeleeuwse burcht in het plaatsje Ammerzoden (bij Den Bosch) met torens, een slotgracht met een ophaalbrug en een prachtige ridderzaal.[2]
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Wat doen de kinderen” (18 september 2003) op nrc.nl