revue
- re·vue
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | revue | revues |
verkleinwoord | revuetje | revuetjes |
- theatershow bestaande uit een aaneenschakeling van zang, dans en toneel in de vorm van komische of satirische sketches
- (kritisch) tijdschrift, weekblad
- (verouderd) monstering, inspectie
- [1] revueartiest, revuetoneel
- [1] variété
- de revue passeren
voorbij komen
- • Ze heette heel toepasselijk Jetfighter en alle standaardvragen passeerden de revue: ‘waar kom je vandaan’, ‘wanneer ben je begonnen?’ en ‘hoeveel liter neem je mee?’. [4]
- Het woord revue staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "revue" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "revue" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ revue op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tim Voors: Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada, 2018
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud | meervoud |
---|---|
revue | revues |
revue
- revue (theatershow)