inspectie
- in·spec·tie
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘onderzoek’ voor het eerst aangetroffen in 1544 [1]
- van het Frans [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | inspectie | inspecties |
verkleinwoord | inspectietje | inspectietjes |
de inspectie v
- een grondige en nauwkeurige controle
- De inspectie werd uitgevoerd door twee heren van de politie.
- organisatie die grondige en nauwkeurige controles moet uitvoeren
- ▸ Daarmee schuift het hof het oordeel over het werk van de inspectie door naar de bestuursrechter in Amsterdam, die op 20 januari uitspraak doet over de rechtmatigheid van het optreden van onderwijsminister Arie Slob in de Haga-zaak.[3]
|
|
1. een grondige en nauwkeurige controle
- Het woord inspectie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "inspectie" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "inspectie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ inspectie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Tjerk Gaulthérie van Weezel en Rik Kuiper“Gerechtshof brandt vingers niet aan inspectierapport over Haga Lyceum” (24 december 2019), de Volkskrant
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be