• in·spec·tie
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘onderzoek’ voor het eerst aangetroffen in 1544 [1]
  • van het Frans [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord inspectie inspecties
verkleinwoord inspectietje inspectietjes
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[4]